
Configuratie
U kunt het apparaat configureren met instellingen die vereist zijn voor bepaalde
diensten. Het is ook mogelijk dat deze instellingen u worden toegestuurd door uw
serviceprovider.
Zie 'Dienst voor configuratie-instellingen', p. 11.
Selecteer Menu > Instellingen > Configuratie en maak een keuze uit de volgende
opties:
● Std.configuratie-inst. — om de serviceproviders weer te geven die in het apparaat
zijn opgeslagen. Als u de configuratie-instellingen van de serviceprovider wilt
instellen als standaardinstellingen, selecteert u Opties > Als standaard.
● Std. actv. in alle toep. — om de standaardconfiguratie-instellingen voor
ondersteunde toepassingen te activeren.
● Voorkeurstoeg.punt — om de opgeslagen toegangspunten weer te geven. Ga naar
een toegangspunt en selecteer Opties > Details om de naam van de
serviceprovider, de gegevensdrager en het packet-gegevenstoegangspunt of GSM-
inbelnummer weer te geven.
● Verb. mt onderst. — om de configuratie-instellingen van uw serviceprovider te
downloaden.
● Inst. apparaatbeheer — om al dan niet toe staan dat software-updates worden
ontvangen. Of deze optie beschikbaar is, hangt af van uw apparaat.
Zie 'Software-
updates over-the-air', p. 51.
● Pers. config.instell. — om nieuwe persoonlijke accounts voor diverse diensten toe
te voegen en om deze te activeren of te verwijderen. Als er nog geen account is
toegevoegd en u wilt een nieuwe persoonlijke account toevoegen, selecteert u
Toevgn. Anders selecteert u Opties > Voeg nieuwe toe. Selecteer het diensttype,
en selecteer de vereiste parameters of voer deze in. De parameters verschillen per
geselecteerd diensttype. Als u een persoonlijke account wilt verwijderen of activeren,
gaat u naar de account en selecteert u Opties > Verwijderen of Activeer.