
Spraakopdrachten
Bellen en telefoonfuncties uitvoeren door spraakopdrachten in te spreken.
Spraakopdrachten zijn taalgevoelig, en u moet Taal sprkherkenning instellen voordat
u spraakopdrachten gebruikt.
Zie 'Telefoon', p. 48.
Als u de apparaatfuncties wilt instellen die u met een spraakopdracht wilt activeren,
selecteert u Menu > Instellingen > Snelkoppelingen > Spraakopdrachten en
selecteert u een map. Blader naar een functie. geeft aan dat het spraaklabel is
geactiveerd. Als u het spraaklabel wilt activeren, selecteert u Toevgn. Als u de
geactiveerde spraakopdracht wilt beluisteren, selecteert u Spelen.
Zie 'Uitgebreide
spraakgestuurde nummerkeuze', p. 23.
U kunt de spraakopdrachten beheren door naar een apparaatfunctie te bladeren.
Selecteer Opties en een van de volgende opties:
● Bewerken of Verwijderen — om de spraakopdracht van de geselecteerde functie
te wijzigen of uit te schakelen
● Alles toevoegen of Alles verwijderen — om de spraakopdrachten voor alle functies
in de lijst met spraakopdrachten te verwijderen
I n s t e l l i n g e n
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
44